De wereld van “Joop”

Mijn gecompliceerde “IK”
27 januari, 2017
45 jaar geleden …
9 april, 2017
Volg en like mij
EMAIL
FACEBOOK
PINTEREST
Instagram

Mijn naam is Joop. Ik ben een zwarte (ex)kater van 16 jaar oud en heb een statige witte bef. Op dit moment ben ik oud, kippig en dementeer ik af en toe. Vaak zit ik mijmerend op de vensterbank en denk ik terug aan de tijd dat ik kitten en een jong, speels, zwart dondersteentje was.

Ik ben geboren in een Drents dorpje bij een mensengezin met minimensen en mijn broertjes en zusjes (ik weet niet meer of het broertjes en/of zusjes waren) waren allemaal zwart. Toen ik 8 weken oud was ben ik door mijn mensen, die toen in hetzelfde dorp woonden, opgehaald. Waar ik toen in huis kwam woonden nog twee tweevoeters in een wat jongere uitvoering. Het was er gezellig en ik vond daar mijn plek. Zoals het een kat betaamt, nam ik elke stoel, tafel, bed en kast in mijn bezit, want tenslotte wenste ik overal te kunnen liggen. Gelukkig wisten mijn mensen hun plek, want ik kon overal mijn prachtige zwarte lijf neerleggen. Als ik ergens lag, lieten ze het wel uit hun kop om mij van mijn troon te zetten en gingen zelf ergens anders zitten… en zo hoort het ook.

Ik groeide als kool en was na enkele maanden een prachtige kater geworden met een atletisch lijf en een glanzende zwarte vacht. Als ik in het donker liep, was mijn spierwitte befje goed te zien. Plotseling haalden mijn mensen het in hun hoofd om mij van mijn mannelijkheid te ontdoen. “Sorry Joop, maar anders ga je sproeien en stinken en dat kunnen we hier in huis niet hebben”. Pfff wat een onzin vond ik dat. Dat deden zij toch ook niet? Ze zouden het een hele eer moeten vinden dat ik mijn geurvlaggen her en der deponeer. Dat is een teken dat ik het huis als het mijne beschouw. En wat nou stinken ….. ze hadden zichzelf zeker nooit geroken, want dat loog er ook niet om. Maar goed …. het is gebeurd toen en achteraf maar goed ook, want ik zou waarschijnlijk gek van verlangen zijn geweest om af en toe eens een lekkere poes te willen bezoeken.

Het leven binnen mijn gezin was goed, maar soms kreeg ik de kriebels van al dat lawaai dat er vaak was. Mijn jonge mensen vonden het nodig om lawaai te maken in de vorm van “muziek”. Dat woord kende ik natuurlijk niet, maar ik begreep dat wanneer ik het woord “muziek” hoorde er vlak daarna oorverdovende brom- en gilgeluiden geproduceerd werden uit allerlei apparaten. Soms was het zo hard, dat ik zo snel als ik kon een veilige plek zocht om mijn gevoelige oren tot rust te laten komen. Ach …. ik hoorde regelmatig van mijn maatjes in de tuin, dat het overal wel zo’n beetje hetzelfde was. Mensen zijn nou eenmaal rare wezens. Toch had ik het goed naar mijn zin, want de verzorging was zeer goed te noemen en mijn vrouwtjesmens zorgde altijd weer voor lekker eten en een fijn plekje waar ik kon vertoeven.

Na een aantal jaar vond mijn vrouwtjesmens het wel genoeg geweest. Inmiddels was ik niet meer de enige kat in het gezin, maar had ik er twee medebewoners bij gekregen. Ook daar kon ik het redelijk mee vinden, want wij katten laten elkaar in onze waarde. Als het ons niet zint, gaan we gewoon weg. Dat deed mijn vrouwtjesmens dus nu ook. Wij werden in manden gestopt en zijn met alleen het vrouwtje verhuisd. Phoe wat was dat wennen zeg! Ons nieuwe verblijf was een stuk kleiner en er waren tal van nieuwe geuren, spullen en een hele andere tuin. Daarnaast was het vrouwtje niet zo vrolijk meer en was ook vaak weg. Ze bleef wel goed voor ons zorgen, maar leuk was anders.

Helaas was dit niet de enige keer dat wij samen met het vrouwtje naar een ander verblijf moesten. Zodra we aan al het nieuwe waren gewend, werden we weer opgepakt en moesten we elders weer opnieuw beginnen. Ik begon er aan te wennen. Ik hield van mijn vrouwtje en steunde haar zoveel ik kon. Als ik voelde dat ze verdrietig was, nestelden we ons samen tegen haar aan. Net zo lang totdat we merkten dat het weer wat beter ging.

Naast de negen keer dat ik ben meeverhuisd naar allerlei verblijven en plaatsen, moest ik ook vaak wennen aan het feit dat mijn lieve medekatbewoners ziek werden en er helaas niet meer zijn. Omdat mijn vrouwtje stapelgek op ons als kat was, kon ze het niet laten om steeds weer nieuwe katbewoners aan te schaffen. Ik vond het prima en ook wel gezellig.

Op dit moment zit ik in de vensterbank in het verblijf van mijn vrouwtjesmens en haar mannetje. Het is in een klein dorpje in Friesland. Gelukkig miauwen de katten hier wel hetzelfde als overal ter wereld en niet op zijn Fries, want ik heb begrepen dat dat geen makkelijke taal is. Het lijkt erop dat dit ook mijn eindbestemming is, want na heel wat jaren onrust en veranderingen, voelt het goed en rustig. Ik denk dat ik mijn vrouwtje, als ik er onverhoopt niet meer ben, met een gerust hart kan achterlaten. Ik voel dat het met mij niet zo soepeltjes meer gaat. Mijn poten voelen stram aan en op de bank springen wordt wat lastiger en is wat pijnlijk. Lief als mijn vrouwtje altijd voor me is accepteert ze mijn schorre en rare stem als ik miauw en krijg ik een aai over mijn bol. Mijn prachtige zwarte vacht vertoont hier en daar wat grijze haartjes en er is een hapje uit mijn ene oor. Mijn gezichtsvermogen gaat hard achteruit, want lekkere hapjes moeten vlak voor mijn neus gehouden worden, anders zie ik het niet. Ook heb ik gehoord dat ik megahard snurk en dat de vreemde geluiden en zware ademhaling door de hele kamer zijn te horen. Ik wordt uitgelachen als ik vrolijk kom aanlopen met mijn staart in de groetpositie omdat dan mijn losse buikvel heen en weer waggelt. Soms voel ik dat ik hard en laag moet mauwen naar de deur of gewoon in het luchtledige. Ik zou niet weten waarom ik dat doe, maar ik leid aan kattendementie, zeggen de mensen.

Ondanks mijn leeftijd en wat ouderdomsverschijnselen, voel ik me prima en tijdens mijn hele leven is de verzorging door mijn vrouwtje heel goed geweest. Ze heeft een heerlijk zacht kussentje in de vensterbank gelegd, zodat ik lekker warm voor het raam kan liggen en de voorbijvliegende karbonaadjes in de gaten kan houden. Het proberen om ze te vangen laat ik inmiddels wel uit mijn kop, ik zou een flater slaan.

Ik ga maar weer eens een tukkie doen.

Kopje van Joop

 

Volg en like mij
EMAIL
FACEBOOK
PINTEREST
Instagram

2 Comments

  1. bram schreef:

    Wat een mooi verhaal en echt super et klopt precies haha!

  2. José Dijkstra schreef:

    Leuk, beschouwend verhaal van Joop, Yvonne.
    Ik heb het met plezier gelezen,
    José